Tips voor het ondersteunen bij lezen.

Lezen is één van de belangrijkste vakken in het onderwijs. Dus van groot belang dat dit
doorloopt, een dagelijks leesmoment is van groot belang.

Strips, recepten, gedichten, nieuwsberichten, boeken, sites, appjes, kaartjes van
spelletjes enz. Dit hoort allemaal bij lezen.

– Probeer elke dag ongeveer 10 tot 15 minuten hardop te laten lezen, of samen hardop te
lezen en praat daarbij ook over wat er gelezen wordt.

– Zoek een tijdstip waarop het prettig is (en alle tijdstippen zijn goed).

– De plek en manier van lezen ( heel zacht, heel gek enz.) kan soms helpen om
het leuk te maken. Zo werkt het voorlezen aan papa, mama, broertje, zusje of de eigen
lievelingsknuffel soms stimulerend. Maar ook een leesbingo kan helpen, deze zijn ook volop
op internet te vinden.

– Geef complimenten tijdens het lezen, let op punten die goed gaan.

– Geef eenvoudiger leesstof als er veel fouten worden gemaakt. De bedoeling is dat uw kind
blijft oefenen, maar het hoeft in feite geen nieuwe stof te leren, het gaat om het maken van
leeskilometers.

– Lastige woorden: lees deze woorden samen hardop en bespreek de betekenis. Eventueel
kan uw kind na afloop van het verhaal de woorden nog eens zelf hardop lezen

– Geef uw kind de gelegenheid om fouten eerst zelf te herstellen. Geef na een paar
seconden eventueel een kleine hint en prijs uw kind wanneer het lukt om het woord zelf te
lezen. Dus: wacht, hint en prijs!

TIPS om het nog leuker te maken. 

– Lezen wordt nog leuker al je er een spelletje van maakt. Pak een dobbelsteen en een leuk
boek en laat maar horen op welke stoere manier of deftige manier jij een tekst kunt lezen.
– Leesmeter (een centimeter van de bouwmarkt en een wasknijper en klaar is je leesmeter).
Wil je zien hoeveel je al gelezen hebt? Houd dan jouw eigen leesmeter bij! Kleur elke keer
als je gelezen hebt een vakje in. Hoeveel leesmeters kun jij maken?
– Speciaal schrift: noteer op elke pagina een korte opdracht bijvoorbeeld:
* Verdeel een pagina in 4 vakken en noteer in elk vak een categorie: grappig, gek, mooi,
moeilijk. Laat uw kind elke dag een woord in een van de vakken noteren (onderweg gezien,
tijdens een uitstapje, in een foldertje, etc.);
* Vraag een woord met de letter……(vul in: moeilijke letter voor dit kind) aan mama; o Vraag
een woord aan papa;
* Kijk in de winkel voor een woord met de …….. (vul in: oefenletter van het kind);
* Zoek een mooi woord in de buurt;
* Wat is je liefste woord?; Maak nog een woord dat met dezelfde letter begint;
* Zoek woorden die beginnen met ‘br’ en schrijf deze bij elkaar in je schrift;
* Schrijf de naam op van je vriendje en schrijf hem/haar een kort bericht;
* Wat heb je vandaag allemaal gegeten?;
* Stuur een kaartje naar opa, oma, neefje, nichtje thuis en schrijf zelf iets op het kaartje
(vraag papa of mama om hulp bij een moeilijk woord).
* Voor oudere leerlingen maak je de opdrachten natuurlijk moeilijker.

Maak er samen een feestje van! Leesplezier staat voorop!